25 maart 2018

Leeksterlenteloop 2018

In 2015 liep ik de Leeksterlenteloop voor het laatst in de hoogste versnelling. Het jaar erna speelde ik voor haas en in 2017 was ik bezig met de marathonvoorbereiding en paste het niet in mijn voorbereiding. Dit jaar loop ik geen marathon. In plaats daarvan was mijn doel om dit voorjaar twee keer een mooie tijd neer te zetten op de halve marathon. Twee weken geleden was poging één. Dit was geen goede poging, ik moest teveel toegeven in de slotfase. Mijn doelstelling was 1u24min en ik finishte in 1u26min. Als je snelste kilometer 40 seconden sneller is dan je langzaamste gedurende de race verdeel je je krachten niet goed. Daarvan geleerd hebbende vandaag poging twee, de Leeksterlenteloop.

Ik start tegelijk met de lopers van de 10 kilometer. Daardoor gaat de eerste kilometer (3.52 ipv 4.06 conform het plan) toch weer snel, je wordt als het ware meegezogen door de snellere lopers. Vervolgens word ik ingehaald door Klaas Brouwer en Henry Perdok. Deze twee mannen ken ik goed en lopen vandaag de 10 kilometer. Zij lopen een steady tempo van ongeveer 4.05 min/km. Dit is het juiste tempo en ik kan mooi in hun zog mee, zonder veel energie te verspillen, tot aan afslag Letterbert. Zij gaan rechtsaf en ik rechtdoor. Hier blijkt dat er vandaag weinig halve marathonlopers zijn. De weg voor mij is akelig leeg. Ik vervolg mijn weg in kilometertjes variërend van 4.02 tot 4.08. De doorkomst op de 10 kilometer is is ongeveer 40.40. Ik heb me vooraf voorgenomen, wanneer het goed gaat, vanaf 16 kilometer te versnellen. Het gaat goed en ik kan de kilometertijden afbouwen, van 3.57 richting 3.51. Er volgt iemand van achteren die nog meer kan versnellen. Ik word bij 18 kilometer ingehaald. Ik voel me goed en haak aan. Met nog twee kilometer te gaan gaat het steeds sneller. Hij probeert me te lossen maar ik geef geen krimp. De laatste kilometer gaat in 3.45. In de laatste 100 meter heeft hij 10 meter weten te pakken. Hij gaat er met de eer vandoor. Ik bereik de finish in een tijd van 1.24,30 (in uitslag zelf 1.24,23).

Terugkijkend ben ik zeer tevreden met het verloop van de race en mijn eindtijd. In Haren wilde ik te lang kilometers lopen van 3.59/4.00. Dit kostte teveel energie waardoor ik in de slotfase terugviel naar 4.20/4.25. Vandaag ben ik gedisciplineerd gestart met kilometers 4.05/4.06 hetgeen resulteerde in een sterke eindfase van mijn race. De eindtijd is daardoor niet alleen veel beter dan in Haren maar ook het gevoel waarmee je de finish passeert. Waar in Haren mijn benen in de slotfase explodeerden had ik nu 'bij wijze van spreken' nog wel een kilometer volle bak door gekund. De volgende tegelwijsheid, en onthoud hem goed, is weer bevestigd; start een halve marathon nooit te snel, de tijdwinst pak je in de slotfase wel!

Geen opmerkingen: